De of het aanbrenger?
De aanbrenger
Is het de of het aanbrenger
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanbrenger.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Aanbrenger is mannelijk
English: denouncer
Deutsch: Denunziant | Bekijk of het der of die Denunziant is.
Français: dénonciateur | Bekijk of het Le o La dénonciateur is.
Jou of jouw: jouw aanbrenger
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbrenger
Groot of grote aanbrenger
Half of halve aanbrenger
Grappig of grappige aanbrenger
Leeg of lege aanbrenger
leuk of leuke aanbrenger
Vet of vette aanbrenger
Snel of snelle aanbrenger
Wit of witte aanbrenger
Klein of kleine aanbrenger
Rood of rode aanbrenger
Dik of dikke aanbrenger
Oud of oude aanbrenger
Goed of goede aanbrenger
Wat rijmt er op aanbrenger
Elk of elke: Elke aanbrenger
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanbrenger
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanbrenger
Wat rijmt er op aanbrenger
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbrenger
Groot of grote aanbrenger
Half of halve aanbrenger
Grappig of grappige aanbrenger
Leeg of lege aanbrenger
leuk of leuke aanbrenger
Vet of vette aanbrenger
Snel of snelle aanbrenger
Wit of witte aanbrenger
Klein of kleine aanbrenger
Rood of rode aanbrenger
Dik of dikke aanbrenger
Oud of oude aanbrenger
Goed of goede aanbrenger
Wat rijmt er op aanbrenger
Elk of elke: Elke aanbrenger
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanbrenger
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanbrenger
Wat rijmt er op aanbrenger
Oefening van de dag
