De of het adverteren?
Het adverteren
Is het de of het adverteren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het adverteren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: advertise
Deutsch: werben | Bekijk of het der of die werben is.
Français: faire de la publicité | Bekijk of het Le o La faire de la publicité is.
Jou of jouw: jouw adverteren
Buigings-e:
Mooi of mooie adverteren
Groot of grote adverteren
Half of halve adverteren
Grappig of grappige adverteren
Leeg of lege adverteren
leuk of leuke adverteren
Vet of vette adverteren
Snel of snelle adverteren
Wit of witte adverteren
Klein of kleine adverteren
Rood of rode adverteren
Dik of dikke adverteren
Oud of oude adverteren
Goed of goede adverteren
Wat rijmt er op adverteren
Elk of elke: Elk adverteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat adverteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons adverteren
Wat rijmt er op adverteren
Buigings-e:
Mooi of mooie adverteren
Groot of grote adverteren
Half of halve adverteren
Grappig of grappige adverteren
Leeg of lege adverteren
leuk of leuke adverteren
Vet of vette adverteren
Snel of snelle adverteren
Wit of witte adverteren
Klein of kleine adverteren
Rood of rode adverteren
Dik of dikke adverteren
Oud of oude adverteren
Goed of goede adverteren
Wat rijmt er op adverteren
Elk of elke: Elk adverteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat adverteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons adverteren
Wat rijmt er op adverteren
Oefening van de dag