De of het afbranding?
De afbranding
Is het de of het afbranding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de afbranding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: burn off
Deutsch: brennen Modus | Bekijk of het der of die brennen Modus is.
Français: Mode brûler | Bekijk of het Le o La Mode brûler is.
Jou of jouw: jouw afbranding
Buigings-e:
Mooi of mooie afbranding
Groot of grote afbranding
Half of halve afbranding
Grappig of grappige afbranding
Leeg of lege afbranding
leuk of leuke afbranding
Vet of vette afbranding
Snel of snelle afbranding
Wit of witte afbranding
Klein of kleine afbranding
Rood of rode afbranding
Dik of dikke afbranding
Oud of oude afbranding
Goed of goede afbranding
Wat rijmt er op afbranding
Elk of elke: Elke afbranding
Aanwijzend voornaamwoord: Die afbranding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze afbranding
Wat rijmt er op afbranding
Buigings-e:
Mooi of mooie afbranding
Groot of grote afbranding
Half of halve afbranding
Grappig of grappige afbranding
Leeg of lege afbranding
leuk of leuke afbranding
Vet of vette afbranding
Snel of snelle afbranding
Wit of witte afbranding
Klein of kleine afbranding
Rood of rode afbranding
Dik of dikke afbranding
Oud of oude afbranding
Goed of goede afbranding
Wat rijmt er op afbranding
Elk of elke: Elke afbranding
Aanwijzend voornaamwoord: Die afbranding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze afbranding
Wat rijmt er op afbranding
Oefening van de dag