De of het casino-eigenaar?
De casino-eigenaar
Is het de of het casino-eigenaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij de casino-eigenaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: casino owner
Deutsch: Casino-Besitzer | Bekijk of het der of die Casino-Besitzer is.
Français: propriétaire de casino | Bekijk of het Le o La propriétaire de casino is.
Jou of jouw: jouw casino-eigenaar
Buigings-e:
Mooi of mooie casino-eigenaar
Groot of grote casino-eigenaar
Half of halve casino-eigenaar
Grappig of grappige casino-eigenaar
Leeg of lege casino-eigenaar
leuk of leuke casino-eigenaar
Vet of vette casino-eigenaar
Snel of snelle casino-eigenaar
Wit of witte casino-eigenaar
Klein of kleine casino-eigenaar
Rood of rode casino-eigenaar
Dik of dikke casino-eigenaar
Oud of oude casino-eigenaar
Goed of goede casino-eigenaar
Wat rijmt er op casino-eigenaar
Elk of elke: Elke casino-eigenaar
Aanwijzend voornaamwoord: Die casino-eigenaar
Bezittelijk voornaamwoord: Onze casino-eigenaar
Wat rijmt er op casino-eigenaar
Buigings-e:
Mooi of mooie casino-eigenaar
Groot of grote casino-eigenaar
Half of halve casino-eigenaar
Grappig of grappige casino-eigenaar
Leeg of lege casino-eigenaar
leuk of leuke casino-eigenaar
Vet of vette casino-eigenaar
Snel of snelle casino-eigenaar
Wit of witte casino-eigenaar
Klein of kleine casino-eigenaar
Rood of rode casino-eigenaar
Dik of dikke casino-eigenaar
Oud of oude casino-eigenaar
Goed of goede casino-eigenaar
Wat rijmt er op casino-eigenaar
Elk of elke: Elke casino-eigenaar
Aanwijzend voornaamwoord: Die casino-eigenaar
Bezittelijk voornaamwoord: Onze casino-eigenaar
Wat rijmt er op casino-eigenaar
Oefening van de dag