De of het componeren?
Het componeren
Is het de of het componeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het componeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: compose
Deutsch: komponieren | Bekijk of het der of die komponieren is.
Français: composer | Bekijk of het Le o La composer is.
Jou of jouw: jouw componeren
Buigings-e:
Mooi of mooie componeren
Groot of grote componeren
Half of halve componeren
Grappig of grappige componeren
Leeg of lege componeren
leuk of leuke componeren
Vet of vette componeren
Snel of snelle componeren
Wit of witte componeren
Klein of kleine componeren
Rood of rode componeren
Dik of dikke componeren
Oud of oude componeren
Goed of goede componeren
Wat rijmt er op componeren
Elk of elke: Elk componeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat componeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons componeren
Wat rijmt er op componeren
Buigings-e:
Mooi of mooie componeren
Groot of grote componeren
Half of halve componeren
Grappig of grappige componeren
Leeg of lege componeren
leuk of leuke componeren
Vet of vette componeren
Snel of snelle componeren
Wit of witte componeren
Klein of kleine componeren
Rood of rode componeren
Dik of dikke componeren
Oud of oude componeren
Goed of goede componeren
Wat rijmt er op componeren
Elk of elke: Elk componeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat componeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons componeren
Wat rijmt er op componeren
Oefening van de dag