De of het dadelijk?
Het dadelijk
Is het de of het dadelijk
In de Nederlandse taal gebruiken wij het dadelijk.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: immediately
Deutsch: per sofort | Bekijk of het der of die per sofort is.
Français: a tout suite | Bekijk of het Le o La a tout suite is.
Jou of jouw: jouw dadelijk
Buigings-e:
Mooi of mooie dadelijk
Groot of grote dadelijk
Half of halve dadelijk
Grappig of grappige dadelijk
Leeg of lege dadelijk
leuk of leuke dadelijk
Vet of vette dadelijk
Snel of snelle dadelijk
Wit of witte dadelijk
Klein of kleine dadelijk
Rood of rode dadelijk
Dik of dikke dadelijk
Oud of oude dadelijk
Goed of goede dadelijk
Wat rijmt er op dadelijk
Elk of elke: Elk dadelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dadelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dadelijk
Wat rijmt er op dadelijk
Buigings-e:
Mooi of mooie dadelijk
Groot of grote dadelijk
Half of halve dadelijk
Grappig of grappige dadelijk
Leeg of lege dadelijk
leuk of leuke dadelijk
Vet of vette dadelijk
Snel of snelle dadelijk
Wit of witte dadelijk
Klein of kleine dadelijk
Rood of rode dadelijk
Dik of dikke dadelijk
Oud of oude dadelijk
Goed of goede dadelijk
Wat rijmt er op dadelijk
Elk of elke: Elk dadelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dadelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dadelijk
Wat rijmt er op dadelijk
Oefening van de dag
