De of het doelkans?
De doelkans
Is het de of het doelkans
In de Nederlandse taal gebruiken wij de doelkans.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: scoring opportunity
Deutsch: Torchance | Bekijk of het der of die Torchance is.
Français: objectif chances | Bekijk of het Le o La objectif chances is.
Jou of jouw: jouw doelkans
Buigings-e:
Mooi of mooie doelkans
Groot of grote doelkans
Half of halve doelkans
Grappig of grappige doelkans
Leeg of lege doelkans
leuk of leuke doelkans
Vet of vette doelkans
Snel of snelle doelkans
Wit of witte doelkans
Klein of kleine doelkans
Rood of rode doelkans
Dik of dikke doelkans
Oud of oude doelkans
Goed of goede doelkans
Wat rijmt er op doelkans
Elk of elke: Elke doelkans
Aanwijzend voornaamwoord: Die doelkans
Bezittelijk voornaamwoord: Onze doelkans
Wat rijmt er op doelkans
Buigings-e:
Mooi of mooie doelkans
Groot of grote doelkans
Half of halve doelkans
Grappig of grappige doelkans
Leeg of lege doelkans
leuk of leuke doelkans
Vet of vette doelkans
Snel of snelle doelkans
Wit of witte doelkans
Klein of kleine doelkans
Rood of rode doelkans
Dik of dikke doelkans
Oud of oude doelkans
Goed of goede doelkans
Wat rijmt er op doelkans
Elk of elke: Elke doelkans
Aanwijzend voornaamwoord: Die doelkans
Bezittelijk voornaamwoord: Onze doelkans
Wat rijmt er op doelkans
Oefening van de dag
