De of het doorreisvisum?

Het doorreisvisum

Is het de of het doorreisvisum

In de Nederlandse taal gebruiken wij het doorreisvisum.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: transit visa
Deutsch: Transitvisum | Bekijk of het der of die Transitvisum is.
Français: visa de transit | Bekijk of het Le o La visa de transit is.

Jou of jouw: jouw doorreisvisum

Buigings-e:
Mooi of mooie doorreisvisum
Groot of grote doorreisvisum
Half of halve doorreisvisum
Grappig of grappige doorreisvisum
Leeg of lege doorreisvisum
leuk of leuke doorreisvisum
Vet of vette doorreisvisum
Snel of snelle doorreisvisum
Wit of witte doorreisvisum
Klein of kleine doorreisvisum
Rood of rode doorreisvisum
Dik of dikke doorreisvisum
Oud of oude doorreisvisum
Goed of goede doorreisvisum
Wat rijmt er op doorreisvisum

Elk of elke: Elk doorreisvisum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat doorreisvisum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons doorreisvisum
Wat rijmt er op doorreisvisum

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat