De of het drugszaak?
De drugszaak
Is het de of het drugszaak
In de Nederlandse taal gebruiken wij de drugszaak.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: drugs case
Deutsch: Drogen Fall | Bekijk of het der of die Drogen Fall is.
Français: affaire de drogue | Bekijk of het Le o La affaire de drogue is.
Jou of jouw: jouw drugszaak
Buigings-e:
Mooi of mooie drugszaak
Groot of grote drugszaak
Half of halve drugszaak
Grappig of grappige drugszaak
Leeg of lege drugszaak
leuk of leuke drugszaak
Vet of vette drugszaak
Snel of snelle drugszaak
Wit of witte drugszaak
Klein of kleine drugszaak
Rood of rode drugszaak
Dik of dikke drugszaak
Oud of oude drugszaak
Goed of goede drugszaak
Wat rijmt er op drugszaak
Elk of elke: Elke drugszaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die drugszaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze drugszaak
Wat rijmt er op drugszaak
Buigings-e:
Mooi of mooie drugszaak
Groot of grote drugszaak
Half of halve drugszaak
Grappig of grappige drugszaak
Leeg of lege drugszaak
leuk of leuke drugszaak
Vet of vette drugszaak
Snel of snelle drugszaak
Wit of witte drugszaak
Klein of kleine drugszaak
Rood of rode drugszaak
Dik of dikke drugszaak
Oud of oude drugszaak
Goed of goede drugszaak
Wat rijmt er op drugszaak
Elk of elke: Elke drugszaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die drugszaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze drugszaak
Wat rijmt er op drugszaak
Oefening van de dag