De of het emaneren?
Het emaneren
Is het de of het emaneren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het emaneren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: emanate
Deutsch: ausgehen | Bekijk of het der of die ausgehen is.
Français: émaner | Bekijk of het Le o La émaner is.
Jou of jouw: jouw emaneren
Buigings-e:
Mooi of mooie emaneren
Groot of grote emaneren
Half of halve emaneren
Grappig of grappige emaneren
Leeg of lege emaneren
leuk of leuke emaneren
Vet of vette emaneren
Snel of snelle emaneren
Wit of witte emaneren
Klein of kleine emaneren
Rood of rode emaneren
Dik of dikke emaneren
Oud of oude emaneren
Goed of goede emaneren
Wat rijmt er op emaneren
Elk of elke: Elk emaneren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat emaneren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons emaneren
Wat rijmt er op emaneren
Buigings-e:
Mooi of mooie emaneren
Groot of grote emaneren
Half of halve emaneren
Grappig of grappige emaneren
Leeg of lege emaneren
leuk of leuke emaneren
Vet of vette emaneren
Snel of snelle emaneren
Wit of witte emaneren
Klein of kleine emaneren
Rood of rode emaneren
Dik of dikke emaneren
Oud of oude emaneren
Goed of goede emaneren
Wat rijmt er op emaneren
Elk of elke: Elk emaneren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat emaneren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons emaneren
Wat rijmt er op emaneren
Oefening van de dag