De of het encadreren?
Het encadreren
Is het de of het encadreren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het encadreren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: encadreren
Deutsch: encadreren | Bekijk of het der of die encadreren is.
Français: encadreren | Bekijk of het Le o La encadreren is.
Jou of jouw: jouw encadreren
Buigings-e:
Mooi of mooie encadreren
Groot of grote encadreren
Half of halve encadreren
Grappig of grappige encadreren
Leeg of lege encadreren
leuk of leuke encadreren
Vet of vette encadreren
Snel of snelle encadreren
Wit of witte encadreren
Klein of kleine encadreren
Rood of rode encadreren
Dik of dikke encadreren
Oud of oude encadreren
Goed of goede encadreren
Wat rijmt er op encadreren
Elk of elke: Elk encadreren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat encadreren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons encadreren
Wat rijmt er op encadreren
Buigings-e:
Mooi of mooie encadreren
Groot of grote encadreren
Half of halve encadreren
Grappig of grappige encadreren
Leeg of lege encadreren
leuk of leuke encadreren
Vet of vette encadreren
Snel of snelle encadreren
Wit of witte encadreren
Klein of kleine encadreren
Rood of rode encadreren
Dik of dikke encadreren
Oud of oude encadreren
Goed of goede encadreren
Wat rijmt er op encadreren
Elk of elke: Elk encadreren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat encadreren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons encadreren
Wat rijmt er op encadreren
Oefening van de dag