De of het engelenschaar?
Het engelenschaar
Is het de of het engelenschaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het engelenschaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: angels scissors
Deutsch: Engel Schere | Bekijk of het der of die Engel Schere is.
Français: Anges ciseaux | Bekijk of het Le o La Anges ciseaux is.
Jou of jouw: jouw engelenschaar
Buigings-e:
Mooi of mooie engelenschaar
Groot of grote engelenschaar
Half of halve engelenschaar
Grappig of grappige engelenschaar
Leeg of lege engelenschaar
leuk of leuke engelenschaar
Vet of vette engelenschaar
Snel of snelle engelenschaar
Wit of witte engelenschaar
Klein of kleine engelenschaar
Rood of rode engelenschaar
Dik of dikke engelenschaar
Oud of oude engelenschaar
Goed of goede engelenschaar
Wat rijmt er op engelenschaar
Elk of elke: Elk engelenschaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat engelenschaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons engelenschaar
Wat rijmt er op engelenschaar
Buigings-e:
Mooi of mooie engelenschaar
Groot of grote engelenschaar
Half of halve engelenschaar
Grappig of grappige engelenschaar
Leeg of lege engelenschaar
leuk of leuke engelenschaar
Vet of vette engelenschaar
Snel of snelle engelenschaar
Wit of witte engelenschaar
Klein of kleine engelenschaar
Rood of rode engelenschaar
Dik of dikke engelenschaar
Oud of oude engelenschaar
Goed of goede engelenschaar
Wat rijmt er op engelenschaar
Elk of elke: Elk engelenschaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat engelenschaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons engelenschaar
Wat rijmt er op engelenschaar
Oefening van de dag