De of het expiratiedatum?
Het expiratiedatum
Is het de of het expiratiedatum
In de Nederlandse taal gebruiken wij het expiratiedatum.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: expiration date
Deutsch: ablaufdatum | Bekijk of het der of die ablaufdatum is.
Français: date d'expiration | Bekijk of het Le o La date d'expiration is.
Jou of jouw: jouw expiratiedatum
Buigings-e:
Mooi of mooie expiratiedatum
Groot of grote expiratiedatum
Half of halve expiratiedatum
Grappig of grappige expiratiedatum
Leeg of lege expiratiedatum
leuk of leuke expiratiedatum
Vet of vette expiratiedatum
Snel of snelle expiratiedatum
Wit of witte expiratiedatum
Klein of kleine expiratiedatum
Rood of rode expiratiedatum
Dik of dikke expiratiedatum
Oud of oude expiratiedatum
Goed of goede expiratiedatum
Wat rijmt er op expiratiedatum
Elk of elke: Elk expiratiedatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat expiratiedatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons expiratiedatum
Wat rijmt er op expiratiedatum
Buigings-e:
Mooi of mooie expiratiedatum
Groot of grote expiratiedatum
Half of halve expiratiedatum
Grappig of grappige expiratiedatum
Leeg of lege expiratiedatum
leuk of leuke expiratiedatum
Vet of vette expiratiedatum
Snel of snelle expiratiedatum
Wit of witte expiratiedatum
Klein of kleine expiratiedatum
Rood of rode expiratiedatum
Dik of dikke expiratiedatum
Oud of oude expiratiedatum
Goed of goede expiratiedatum
Wat rijmt er op expiratiedatum
Elk of elke: Elk expiratiedatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat expiratiedatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons expiratiedatum
Wat rijmt er op expiratiedatum
Oefening van de dag
