De of het faciliteren?
Het faciliteren
Is het de of het faciliteren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het faciliteren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: facilitate
Deutsch: Erleichterung | Bekijk of het der of die Erleichterung is.
Français: simplification | Bekijk of het Le o La simplification is.
Jou of jouw: jouw faciliteren
Buigings-e:
Mooi of mooie faciliteren
Groot of grote faciliteren
Half of halve faciliteren
Grappig of grappige faciliteren
Leeg of lege faciliteren
leuk of leuke faciliteren
Vet of vette faciliteren
Snel of snelle faciliteren
Wit of witte faciliteren
Klein of kleine faciliteren
Rood of rode faciliteren
Dik of dikke faciliteren
Oud of oude faciliteren
Goed of goede faciliteren
Wat rijmt er op faciliteren
Elk of elke: Elk faciliteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat faciliteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons faciliteren
Wat rijmt er op faciliteren
Buigings-e:
Mooi of mooie faciliteren
Groot of grote faciliteren
Half of halve faciliteren
Grappig of grappige faciliteren
Leeg of lege faciliteren
leuk of leuke faciliteren
Vet of vette faciliteren
Snel of snelle faciliteren
Wit of witte faciliteren
Klein of kleine faciliteren
Rood of rode faciliteren
Dik of dikke faciliteren
Oud of oude faciliteren
Goed of goede faciliteren
Wat rijmt er op faciliteren
Elk of elke: Elk faciliteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat faciliteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons faciliteren
Wat rijmt er op faciliteren
Oefening van de dag