De of het fasen?
De fasen
Is het de of het fasen
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fasen.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: phases
Deutsch: Phasen | Bekijk of het der of die Phasen is.
Français: phases | Bekijk of het Le o La phases is.
Jou of jouw: jouw fasen
Buigings-e:
Mooi of mooie fasen
Groot of grote fasen
Half of halve fasen
Grappig of grappige fasen
Leeg of lege fasen
leuk of leuke fasen
Vet of vette fasen
Snel of snelle fasen
Wit of witte fasen
Klein of kleine fasen
Rood of rode fasen
Dik of dikke fasen
Oud of oude fasen
Goed of goede fasen
Wat rijmt er op fasen
Elk of elke: Elke fasen
Aanwijzend voornaamwoord: Die fasen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fasen
Wat rijmt er op fasen
Buigings-e:
Mooi of mooie fasen
Groot of grote fasen
Half of halve fasen
Grappig of grappige fasen
Leeg of lege fasen
leuk of leuke fasen
Vet of vette fasen
Snel of snelle fasen
Wit of witte fasen
Klein of kleine fasen
Rood of rode fasen
Dik of dikke fasen
Oud of oude fasen
Goed of goede fasen
Wat rijmt er op fasen
Elk of elke: Elke fasen
Aanwijzend voornaamwoord: Die fasen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fasen
Wat rijmt er op fasen
Oefening van de dag