De of het fietstas?
De fietstas
Is het de of het fietstas
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fietstas.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cycle bag
Deutsch: Fahrradtasche | Bekijk of het der of die Fahrradtasche is.
Français: sac de cycle | Bekijk of het Le o La sac de cycle is.
Jou of jouw: jouw fietstas
Buigings-e:
Mooi of mooie fietstas
Groot of grote fietstas
Half of halve fietstas
Grappig of grappige fietstas
Leeg of lege fietstas
leuk of leuke fietstas
Vet of vette fietstas
Snel of snelle fietstas
Wit of witte fietstas
Klein of kleine fietstas
Rood of rode fietstas
Dik of dikke fietstas
Oud of oude fietstas
Goed of goede fietstas
Wat rijmt er op fietstas
Elk of elke: Elke fietstas
Aanwijzend voornaamwoord: Die fietstas
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fietstas
Wat rijmt er op fietstas
Buigings-e:
Mooi of mooie fietstas
Groot of grote fietstas
Half of halve fietstas
Grappig of grappige fietstas
Leeg of lege fietstas
leuk of leuke fietstas
Vet of vette fietstas
Snel of snelle fietstas
Wit of witte fietstas
Klein of kleine fietstas
Rood of rode fietstas
Dik of dikke fietstas
Oud of oude fietstas
Goed of goede fietstas
Wat rijmt er op fietstas
Elk of elke: Elke fietstas
Aanwijzend voornaamwoord: Die fietstas
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fietstas
Wat rijmt er op fietstas
Oefening van de dag