De of het gaaien?
Het gaaien
Is het de of het gaaien
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gaaien.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: jays
Deutsch: Eichelhäher | Bekijk of het der of die Eichelhäher is.
Français: geais | Bekijk of het Le o La geais is.
Jou of jouw: jouw gaaien
Buigings-e:
Mooi of mooie gaaien
Groot of grote gaaien
Half of halve gaaien
Grappig of grappige gaaien
Leeg of lege gaaien
leuk of leuke gaaien
Vet of vette gaaien
Snel of snelle gaaien
Wit of witte gaaien
Klein of kleine gaaien
Rood of rode gaaien
Dik of dikke gaaien
Oud of oude gaaien
Goed of goede gaaien
Wat rijmt er op gaaien
Elk of elke: Elk gaaien
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gaaien
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gaaien
Wat rijmt er op gaaien
papegaaien - pagaaien - kallegaaien -
Buigings-e:
Mooi of mooie gaaien
Groot of grote gaaien
Half of halve gaaien
Grappig of grappige gaaien
Leeg of lege gaaien
leuk of leuke gaaien
Vet of vette gaaien
Snel of snelle gaaien
Wit of witte gaaien
Klein of kleine gaaien
Rood of rode gaaien
Dik of dikke gaaien
Oud of oude gaaien
Goed of goede gaaien
Wat rijmt er op gaaien
Elk of elke: Elk gaaien
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gaaien
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gaaien
Wat rijmt er op gaaien
papegaaien - pagaaien - kallegaaien -
Oefening van de dag