De of het gebarentaal?
De gebarentaal
Is het de of het gebarentaal
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gebarentaal.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sign language
Deutsch: zeichensprache | Bekijk of het der of die zeichensprache is.
Français: langue des signes | Bekijk of het Le o La langue des signes is.
Jou of jouw: jouw gebarentaal
Buigings-e:
Mooi of mooie gebarentaal
Groot of grote gebarentaal
Half of halve gebarentaal
Grappig of grappige gebarentaal
Leeg of lege gebarentaal
leuk of leuke gebarentaal
Vet of vette gebarentaal
Snel of snelle gebarentaal
Wit of witte gebarentaal
Klein of kleine gebarentaal
Rood of rode gebarentaal
Dik of dikke gebarentaal
Oud of oude gebarentaal
Goed of goede gebarentaal
Wat rijmt er op gebarentaal
Elk of elke: Elke gebarentaal
Aanwijzend voornaamwoord: Die gebarentaal
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gebarentaal
Wat rijmt er op gebarentaal
Buigings-e:
Mooi of mooie gebarentaal
Groot of grote gebarentaal
Half of halve gebarentaal
Grappig of grappige gebarentaal
Leeg of lege gebarentaal
leuk of leuke gebarentaal
Vet of vette gebarentaal
Snel of snelle gebarentaal
Wit of witte gebarentaal
Klein of kleine gebarentaal
Rood of rode gebarentaal
Dik of dikke gebarentaal
Oud of oude gebarentaal
Goed of goede gebarentaal
Wat rijmt er op gebarentaal
Elk of elke: Elke gebarentaal
Aanwijzend voornaamwoord: Die gebarentaal
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gebarentaal
Wat rijmt er op gebarentaal
Oefening van de dag