De of het gegoed?
Het gegoed
Is het de of het gegoed
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gegoed.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: well-off
Deutsch: wohlhabend | Bekijk of het der of die wohlhabend is.
Français: à l'aise | Bekijk of het Le o La à l'aise is.
Jou of jouw: jouw gegoed
Buigings-e:
Mooi of mooie gegoed
Groot of grote gegoed
Half of halve gegoed
Grappig of grappige gegoed
Leeg of lege gegoed
leuk of leuke gegoed
Vet of vette gegoed
Snel of snelle gegoed
Wit of witte gegoed
Klein of kleine gegoed
Rood of rode gegoed
Dik of dikke gegoed
Oud of oude gegoed
Goed of goede gegoed
Wat rijmt er op gegoed
Elk of elke: Elk gegoed
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gegoed
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gegoed
Wat rijmt er op gegoed
Buigings-e:
Mooi of mooie gegoed
Groot of grote gegoed
Half of halve gegoed
Grappig of grappige gegoed
Leeg of lege gegoed
leuk of leuke gegoed
Vet of vette gegoed
Snel of snelle gegoed
Wit of witte gegoed
Klein of kleine gegoed
Rood of rode gegoed
Dik of dikke gegoed
Oud of oude gegoed
Goed of goede gegoed
Wat rijmt er op gegoed
Elk of elke: Elk gegoed
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gegoed
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gegoed
Wat rijmt er op gegoed
Oefening van de dag