De of het gekrakeel?
Het gekrakeel
Is het de of het gekrakeel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gekrakeel.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: squabbling
Deutsch: Hickhack | Bekijk of het der of die Hickhack is.
Français: chamailleries | Bekijk of het Le o La chamailleries is.
Jou of jouw: jouw gekrakeel
Buigings-e:
Mooi of mooie gekrakeel
Groot of grote gekrakeel
Half of halve gekrakeel
Grappig of grappige gekrakeel
Leeg of lege gekrakeel
leuk of leuke gekrakeel
Vet of vette gekrakeel
Snel of snelle gekrakeel
Wit of witte gekrakeel
Klein of kleine gekrakeel
Rood of rode gekrakeel
Dik of dikke gekrakeel
Oud of oude gekrakeel
Goed of goede gekrakeel
Wat rijmt er op gekrakeel
Elk of elke: Elk gekrakeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gekrakeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gekrakeel
Wat rijmt er op gekrakeel
Buigings-e:
Mooi of mooie gekrakeel
Groot of grote gekrakeel
Half of halve gekrakeel
Grappig of grappige gekrakeel
Leeg of lege gekrakeel
leuk of leuke gekrakeel
Vet of vette gekrakeel
Snel of snelle gekrakeel
Wit of witte gekrakeel
Klein of kleine gekrakeel
Rood of rode gekrakeel
Dik of dikke gekrakeel
Oud of oude gekrakeel
Goed of goede gekrakeel
Wat rijmt er op gekrakeel
Elk of elke: Elk gekrakeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gekrakeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gekrakeel
Wat rijmt er op gekrakeel
Oefening van de dag