De of het gelijkluidendheid?
De gelijkluidendheid
Is het de of het gelijkluidendheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gelijkluidendheid.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: consonance
Deutsch: Konsonanz | Bekijk of het der of die Konsonanz is.
Français: consonance | Bekijk of het Le o La consonance is.
Jou of jouw: jouw gelijkluidendheid
Buigings-e:
Mooi of mooie gelijkluidendheid
Groot of grote gelijkluidendheid
Half of halve gelijkluidendheid
Grappig of grappige gelijkluidendheid
Leeg of lege gelijkluidendheid
leuk of leuke gelijkluidendheid
Vet of vette gelijkluidendheid
Snel of snelle gelijkluidendheid
Wit of witte gelijkluidendheid
Klein of kleine gelijkluidendheid
Rood of rode gelijkluidendheid
Dik of dikke gelijkluidendheid
Oud of oude gelijkluidendheid
Goed of goede gelijkluidendheid
Wat rijmt er op gelijkluidendheid
Elk of elke: Elke gelijkluidendheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die gelijkluidendheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gelijkluidendheid
Wat rijmt er op gelijkluidendheid
Buigings-e:
Mooi of mooie gelijkluidendheid
Groot of grote gelijkluidendheid
Half of halve gelijkluidendheid
Grappig of grappige gelijkluidendheid
Leeg of lege gelijkluidendheid
leuk of leuke gelijkluidendheid
Vet of vette gelijkluidendheid
Snel of snelle gelijkluidendheid
Wit of witte gelijkluidendheid
Klein of kleine gelijkluidendheid
Rood of rode gelijkluidendheid
Dik of dikke gelijkluidendheid
Oud of oude gelijkluidendheid
Goed of goede gelijkluidendheid
Wat rijmt er op gelijkluidendheid
Elk of elke: Elke gelijkluidendheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die gelijkluidendheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gelijkluidendheid
Wat rijmt er op gelijkluidendheid
Oefening van de dag
