De of het geluidskaart?
De geluidskaart
Is het de of het geluidskaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de geluidskaart.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sound
Deutsch: soundkarte | Bekijk of het der of die soundkarte is.
Français: carte son | Bekijk of het Le o La carte son is.
Jou of jouw: jouw geluidskaart
Buigings-e:
Mooi of mooie geluidskaart
Groot of grote geluidskaart
Half of halve geluidskaart
Grappig of grappige geluidskaart
Leeg of lege geluidskaart
leuk of leuke geluidskaart
Vet of vette geluidskaart
Snel of snelle geluidskaart
Wit of witte geluidskaart
Klein of kleine geluidskaart
Rood of rode geluidskaart
Dik of dikke geluidskaart
Oud of oude geluidskaart
Goed of goede geluidskaart
Wat rijmt er op geluidskaart
Elk of elke: Elke geluidskaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die geluidskaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze geluidskaart
Wat rijmt er op geluidskaart
Buigings-e:
Mooi of mooie geluidskaart
Groot of grote geluidskaart
Half of halve geluidskaart
Grappig of grappige geluidskaart
Leeg of lege geluidskaart
leuk of leuke geluidskaart
Vet of vette geluidskaart
Snel of snelle geluidskaart
Wit of witte geluidskaart
Klein of kleine geluidskaart
Rood of rode geluidskaart
Dik of dikke geluidskaart
Oud of oude geluidskaart
Goed of goede geluidskaart
Wat rijmt er op geluidskaart
Elk of elke: Elke geluidskaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die geluidskaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze geluidskaart
Wat rijmt er op geluidskaart
Oefening van de dag