De of het geneesmiddelenfabrikant?
De geneesmiddelenfabrikant
Is het de of het geneesmiddelenfabrikant
In de Nederlandse taal gebruiken wij de geneesmiddelenfabrikant.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: drug manufacturer
Deutsch: Arzneimittelhersteller | Bekijk of het der of die Arzneimittelhersteller is.
Français: fabricant de médicaments | Bekijk of het Le o La fabricant de médicaments is.
Jou of jouw: jouw geneesmiddelenfabrikant
Buigings-e:
Mooi of mooie geneesmiddelenfabrikant
Groot of grote geneesmiddelenfabrikant
Half of halve geneesmiddelenfabrikant
Grappig of grappige geneesmiddelenfabrikant
Leeg of lege geneesmiddelenfabrikant
leuk of leuke geneesmiddelenfabrikant
Vet of vette geneesmiddelenfabrikant
Snel of snelle geneesmiddelenfabrikant
Wit of witte geneesmiddelenfabrikant
Klein of kleine geneesmiddelenfabrikant
Rood of rode geneesmiddelenfabrikant
Dik of dikke geneesmiddelenfabrikant
Oud of oude geneesmiddelenfabrikant
Goed of goede geneesmiddelenfabrikant
Wat rijmt er op geneesmiddelenfabrikant
Elk of elke: Elke geneesmiddelenfabrikant
Aanwijzend voornaamwoord: Die geneesmiddelenfabrikant
Bezittelijk voornaamwoord: Onze geneesmiddelenfabrikant
Wat rijmt er op geneesmiddelenfabrikant
Buigings-e:
Mooi of mooie geneesmiddelenfabrikant
Groot of grote geneesmiddelenfabrikant
Half of halve geneesmiddelenfabrikant
Grappig of grappige geneesmiddelenfabrikant
Leeg of lege geneesmiddelenfabrikant
leuk of leuke geneesmiddelenfabrikant
Vet of vette geneesmiddelenfabrikant
Snel of snelle geneesmiddelenfabrikant
Wit of witte geneesmiddelenfabrikant
Klein of kleine geneesmiddelenfabrikant
Rood of rode geneesmiddelenfabrikant
Dik of dikke geneesmiddelenfabrikant
Oud of oude geneesmiddelenfabrikant
Goed of goede geneesmiddelenfabrikant
Wat rijmt er op geneesmiddelenfabrikant
Elk of elke: Elke geneesmiddelenfabrikant
Aanwijzend voornaamwoord: Die geneesmiddelenfabrikant
Bezittelijk voornaamwoord: Onze geneesmiddelenfabrikant
Wat rijmt er op geneesmiddelenfabrikant
Oefening van de dag