De of het gesnik?
Het gesnik
Is het de of het gesnik
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gesnik.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sobs
Deutsch: Schluchzen | Bekijk of het der of die Schluchzen is.
Français: sanglots | Bekijk of het Le o La sanglots is.
Jou of jouw: jouw gesnik
Buigings-e:
Mooi of mooie gesnik
Groot of grote gesnik
Half of halve gesnik
Grappig of grappige gesnik
Leeg of lege gesnik
leuk of leuke gesnik
Vet of vette gesnik
Snel of snelle gesnik
Wit of witte gesnik
Klein of kleine gesnik
Rood of rode gesnik
Dik of dikke gesnik
Oud of oude gesnik
Goed of goede gesnik
Wat rijmt er op gesnik
Elk of elke: Elk gesnik
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gesnik
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gesnik
Wat rijmt er op gesnik
Buigings-e:
Mooi of mooie gesnik
Groot of grote gesnik
Half of halve gesnik
Grappig of grappige gesnik
Leeg of lege gesnik
leuk of leuke gesnik
Vet of vette gesnik
Snel of snelle gesnik
Wit of witte gesnik
Klein of kleine gesnik
Rood of rode gesnik
Dik of dikke gesnik
Oud of oude gesnik
Goed of goede gesnik
Wat rijmt er op gesnik
Elk of elke: Elk gesnik
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gesnik
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gesnik
Wat rijmt er op gesnik
Oefening van de dag