De of het gesprekspunt?
De gesprekspunt
Is het de of het gesprekspunt
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gesprekspunt.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: meeting point
Deutsch: treffpunkt | Bekijk of het der of die treffpunkt is.
Français: point de rencontre | Bekijk of het Le o La point de rencontre is.
Jou of jouw: jouw gesprekspunt
Buigings-e:
Mooi of mooie gesprekspunt
Groot of grote gesprekspunt
Half of halve gesprekspunt
Grappig of grappige gesprekspunt
Leeg of lege gesprekspunt
leuk of leuke gesprekspunt
Vet of vette gesprekspunt
Snel of snelle gesprekspunt
Wit of witte gesprekspunt
Klein of kleine gesprekspunt
Rood of rode gesprekspunt
Dik of dikke gesprekspunt
Oud of oude gesprekspunt
Goed of goede gesprekspunt
Wat rijmt er op gesprekspunt
Elk of elke: Elke gesprekspunt
Aanwijzend voornaamwoord: Die gesprekspunt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gesprekspunt
Wat rijmt er op gesprekspunt
Buigings-e:
Mooi of mooie gesprekspunt
Groot of grote gesprekspunt
Half of halve gesprekspunt
Grappig of grappige gesprekspunt
Leeg of lege gesprekspunt
leuk of leuke gesprekspunt
Vet of vette gesprekspunt
Snel of snelle gesprekspunt
Wit of witte gesprekspunt
Klein of kleine gesprekspunt
Rood of rode gesprekspunt
Dik of dikke gesprekspunt
Oud of oude gesprekspunt
Goed of goede gesprekspunt
Wat rijmt er op gesprekspunt
Elk of elke: Elke gesprekspunt
Aanwijzend voornaamwoord: Die gesprekspunt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gesprekspunt
Wat rijmt er op gesprekspunt
Oefening van de dag