De of het getallenpaar?
Het getallenpaar
Is het de of het getallenpaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het getallenpaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: pair of numbers
Deutsch: Zahlenpaar | Bekijk of het der of die Zahlenpaar is.
Français: paire de nombres | Bekijk of het Le o La paire de nombres is.
Jou of jouw: jouw getallenpaar
Buigings-e:
Mooi of mooie getallenpaar
Groot of grote getallenpaar
Half of halve getallenpaar
Grappig of grappige getallenpaar
Leeg of lege getallenpaar
leuk of leuke getallenpaar
Vet of vette getallenpaar
Snel of snelle getallenpaar
Wit of witte getallenpaar
Klein of kleine getallenpaar
Rood of rode getallenpaar
Dik of dikke getallenpaar
Oud of oude getallenpaar
Goed of goede getallenpaar
Wat rijmt er op getallenpaar
Elk of elke: Elk getallenpaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat getallenpaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons getallenpaar
Wat rijmt er op getallenpaar
Buigings-e:
Mooi of mooie getallenpaar
Groot of grote getallenpaar
Half of halve getallenpaar
Grappig of grappige getallenpaar
Leeg of lege getallenpaar
leuk of leuke getallenpaar
Vet of vette getallenpaar
Snel of snelle getallenpaar
Wit of witte getallenpaar
Klein of kleine getallenpaar
Rood of rode getallenpaar
Dik of dikke getallenpaar
Oud of oude getallenpaar
Goed of goede getallenpaar
Wat rijmt er op getallenpaar
Elk of elke: Elk getallenpaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat getallenpaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons getallenpaar
Wat rijmt er op getallenpaar
Oefening van de dag