De of het gezinsauto?
De gezinsauto
Is het de of het gezinsauto
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gezinsauto.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: family car
Deutsch: Familienauto | Bekijk of het der of die Familienauto is.
Français: voiture familiale | Bekijk of het Le o La voiture familiale is.
Jou of jouw: jouw gezinsauto
Buigings-e:
Mooi of mooie gezinsauto
Groot of grote gezinsauto
Half of halve gezinsauto
Grappig of grappige gezinsauto
Leeg of lege gezinsauto
leuk of leuke gezinsauto
Vet of vette gezinsauto
Snel of snelle gezinsauto
Wit of witte gezinsauto
Klein of kleine gezinsauto
Rood of rode gezinsauto
Dik of dikke gezinsauto
Oud of oude gezinsauto
Goed of goede gezinsauto
Wat rijmt er op gezinsauto
Elk of elke: Elke gezinsauto
Aanwijzend voornaamwoord: Die gezinsauto
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gezinsauto
Wat rijmt er op gezinsauto
Buigings-e:
Mooi of mooie gezinsauto
Groot of grote gezinsauto
Half of halve gezinsauto
Grappig of grappige gezinsauto
Leeg of lege gezinsauto
leuk of leuke gezinsauto
Vet of vette gezinsauto
Snel of snelle gezinsauto
Wit of witte gezinsauto
Klein of kleine gezinsauto
Rood of rode gezinsauto
Dik of dikke gezinsauto
Oud of oude gezinsauto
Goed of goede gezinsauto
Wat rijmt er op gezinsauto
Elk of elke: Elke gezinsauto
Aanwijzend voornaamwoord: Die gezinsauto
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gezinsauto
Wat rijmt er op gezinsauto
Oefening van de dag
