De of het glossarium?

Het glossarium

Is het de of het glossarium

In de Nederlandse taal gebruiken wij het glossarium.

Thanks!
Fout!


Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: glossary
Deutsch: Glossar | Bekijk of het der of die Glossar is.
Français: glossaire | Bekijk of het Le o La glossaire is.
Jou of jouw: jouw glossarium


Buigings-e:
Mooi of mooie glossarium
Groot of grote glossarium
Half of halve glossarium
Grappig of grappige glossarium
Leeg of lege glossarium
leuk of leuke glossarium
Vet of vette glossarium
Snel of snelle glossarium
Wit of witte glossarium
Klein of kleine glossarium
Rood of rode glossarium
Dik of dikke glossarium
Oud of oude glossarium
Goed of goede glossarium
Wat rijmt er op glossarium


Elk of elke: Elk glossarium
Aanwijzend voornaamwoord: Dat glossarium
Bezittelijk voornaamwoord: Ons glossarium
Wat rijmt er op glossarium



Oefening van de dag

Volgende zoeken

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.


E-mail ontvangen

De of het memorie



Bekijk het spel

De muismat



Bekijk de muismat