De of het halveringstijd?
De halveringstijd
Is het de of het halveringstijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de halveringstijd.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: half-life
Deutsch: halbwertszeit | Bekijk of het der of die halbwertszeit is.
Français: demi-vie | Bekijk of het Le o La demi-vie is.
Jou of jouw: jouw halveringstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie halveringstijd
Groot of grote halveringstijd
Half of halve halveringstijd
Grappig of grappige halveringstijd
Leeg of lege halveringstijd
leuk of leuke halveringstijd
Vet of vette halveringstijd
Snel of snelle halveringstijd
Wit of witte halveringstijd
Klein of kleine halveringstijd
Rood of rode halveringstijd
Dik of dikke halveringstijd
Oud of oude halveringstijd
Goed of goede halveringstijd
Wat rijmt er op halveringstijd
Elk of elke: Elke halveringstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die halveringstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze halveringstijd
Wat rijmt er op halveringstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie halveringstijd
Groot of grote halveringstijd
Half of halve halveringstijd
Grappig of grappige halveringstijd
Leeg of lege halveringstijd
leuk of leuke halveringstijd
Vet of vette halveringstijd
Snel of snelle halveringstijd
Wit of witte halveringstijd
Klein of kleine halveringstijd
Rood of rode halveringstijd
Dik of dikke halveringstijd
Oud of oude halveringstijd
Goed of goede halveringstijd
Wat rijmt er op halveringstijd
Elk of elke: Elke halveringstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die halveringstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze halveringstijd
Wat rijmt er op halveringstijd
Oefening van de dag
