De of het handwoordenboek?
Het handwoordenboek
Is het de of het handwoordenboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het handwoordenboek.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: hand dictionary
Deutsch: Handwörterbuch | Bekijk of het der of die Handwörterbuch is.
Français: Concise Dictionary | Bekijk of het Le o La Concise Dictionary is.
Jou of jouw: jouw handwoordenboek
Buigings-e:
Mooi of mooie handwoordenboek
Groot of grote handwoordenboek
Half of halve handwoordenboek
Grappig of grappige handwoordenboek
Leeg of lege handwoordenboek
leuk of leuke handwoordenboek
Vet of vette handwoordenboek
Snel of snelle handwoordenboek
Wit of witte handwoordenboek
Klein of kleine handwoordenboek
Rood of rode handwoordenboek
Dik of dikke handwoordenboek
Oud of oude handwoordenboek
Goed of goede handwoordenboek
Wat rijmt er op handwoordenboek
Elk of elke: Elk handwoordenboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat handwoordenboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons handwoordenboek
Wat rijmt er op handwoordenboek
Buigings-e:
Mooi of mooie handwoordenboek
Groot of grote handwoordenboek
Half of halve handwoordenboek
Grappig of grappige handwoordenboek
Leeg of lege handwoordenboek
leuk of leuke handwoordenboek
Vet of vette handwoordenboek
Snel of snelle handwoordenboek
Wit of witte handwoordenboek
Klein of kleine handwoordenboek
Rood of rode handwoordenboek
Dik of dikke handwoordenboek
Oud of oude handwoordenboek
Goed of goede handwoordenboek
Wat rijmt er op handwoordenboek
Elk of elke: Elk handwoordenboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat handwoordenboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons handwoordenboek
Wat rijmt er op handwoordenboek
Oefening van de dag