De of het hanzestad?
De hanzestad
Is het de of het hanzestad
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hanzestad.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Hanseatic
Deutsch: Hanseatisch | Bekijk of het der of die Hanseatisch is.
Français: Hanséatique | Bekijk of het Le o La Hanséatique is.
Jou of jouw: jouw hanzestad
Buigings-e:
Mooi of mooie hanzestad
Groot of grote hanzestad
Half of halve hanzestad
Grappig of grappige hanzestad
Leeg of lege hanzestad
leuk of leuke hanzestad
Vet of vette hanzestad
Snel of snelle hanzestad
Wit of witte hanzestad
Klein of kleine hanzestad
Rood of rode hanzestad
Dik of dikke hanzestad
Oud of oude hanzestad
Goed of goede hanzestad
Wat rijmt er op hanzestad
Elk of elke: Elke hanzestad
Aanwijzend voornaamwoord: Die hanzestad
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hanzestad
Wat rijmt er op hanzestad
Buigings-e:
Mooi of mooie hanzestad
Groot of grote hanzestad
Half of halve hanzestad
Grappig of grappige hanzestad
Leeg of lege hanzestad
leuk of leuke hanzestad
Vet of vette hanzestad
Snel of snelle hanzestad
Wit of witte hanzestad
Klein of kleine hanzestad
Rood of rode hanzestad
Dik of dikke hanzestad
Oud of oude hanzestad
Goed of goede hanzestad
Wat rijmt er op hanzestad
Elk of elke: Elke hanzestad
Aanwijzend voornaamwoord: Die hanzestad
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hanzestad
Wat rijmt er op hanzestad
Oefening van de dag