De of het haren?
De haren
Is het de of het haren
In de Nederlandse taal gebruiken wij de haren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: hairs
Deutsch: Behaarung | Bekijk of het der of die Behaarung is.
Français: cheveux | Bekijk of het Le o La cheveux is.
Jou of jouw: jouw haren
Buigings-e:
Mooi of mooie haren
Groot of grote haren
Half of halve haren
Grappig of grappige haren
Leeg of lege haren
leuk of leuke haren
Vet of vette haren
Snel of snelle haren
Wit of witte haren
Klein of kleine haren
Rood of rode haren
Dik of dikke haren
Oud of oude haren
Goed of goede haren
Wat rijmt er op haren
Elk of elke: Elke haren
Aanwijzend voornaamwoord: Die haren
Bezittelijk voornaamwoord: Onze haren
Wat rijmt er op haren
scharen - marterharen - kameelharen -
Buigings-e:
Mooi of mooie haren
Groot of grote haren
Half of halve haren
Grappig of grappige haren
Leeg of lege haren
leuk of leuke haren
Vet of vette haren
Snel of snelle haren
Wit of witte haren
Klein of kleine haren
Rood of rode haren
Dik of dikke haren
Oud of oude haren
Goed of goede haren
Wat rijmt er op haren
Elk of elke: Elke haren
Aanwijzend voornaamwoord: Die haren
Bezittelijk voornaamwoord: Onze haren
Wat rijmt er op haren
scharen - marterharen - kameelharen -
Oefening van de dag