De of het hazenhart?
De hazenhart
Is het de of het hazenhart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hazenhart.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: timid
Deutsch: schüchtern | Bekijk of het der of die schüchtern is.
Français: timide | Bekijk of het Le o La timide is.
Jou of jouw: jouw hazenhart
Buigings-e:
Mooi of mooie hazenhart
Groot of grote hazenhart
Half of halve hazenhart
Grappig of grappige hazenhart
Leeg of lege hazenhart
leuk of leuke hazenhart
Vet of vette hazenhart
Snel of snelle hazenhart
Wit of witte hazenhart
Klein of kleine hazenhart
Rood of rode hazenhart
Dik of dikke hazenhart
Oud of oude hazenhart
Goed of goede hazenhart
Wat rijmt er op hazenhart
Elk of elke: Elke hazenhart
Aanwijzend voornaamwoord: Die hazenhart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hazenhart
Wat rijmt er op hazenhart
Buigings-e:
Mooi of mooie hazenhart
Groot of grote hazenhart
Half of halve hazenhart
Grappig of grappige hazenhart
Leeg of lege hazenhart
leuk of leuke hazenhart
Vet of vette hazenhart
Snel of snelle hazenhart
Wit of witte hazenhart
Klein of kleine hazenhart
Rood of rode hazenhart
Dik of dikke hazenhart
Oud of oude hazenhart
Goed of goede hazenhart
Wat rijmt er op hazenhart
Elk of elke: Elke hazenhart
Aanwijzend voornaamwoord: Die hazenhart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hazenhart
Wat rijmt er op hazenhart
Oefening van de dag