De of het hospita?
De hospita
Is het de of het hospita
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hospita.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Hospita is vrouwelijk
English: landlady
Deutsch: Wirtin | Bekijk of het der of die Wirtin is.
Français: propriétaire | Bekijk of het Le o La propriétaire is.
Jou of jouw: jouw hospita
Buigings-e:
Mooi of mooie hospita
Groot of grote hospita
Half of halve hospita
Grappig of grappige hospita
Leeg of lege hospita
leuk of leuke hospita
Vet of vette hospita
Snel of snelle hospita
Wit of witte hospita
Klein of kleine hospita
Rood of rode hospita
Dik of dikke hospita
Oud of oude hospita
Goed of goede hospita
Wat rijmt er op hospita
Elk of elke: Elke hospita
Aanwijzend voornaamwoord: Die hospita
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hospita
Wat rijmt er op hospita
Buigings-e:
Mooi of mooie hospita
Groot of grote hospita
Half of halve hospita
Grappig of grappige hospita
Leeg of lege hospita
leuk of leuke hospita
Vet of vette hospita
Snel of snelle hospita
Wit of witte hospita
Klein of kleine hospita
Rood of rode hospita
Dik of dikke hospita
Oud of oude hospita
Goed of goede hospita
Wat rijmt er op hospita
Elk of elke: Elke hospita
Aanwijzend voornaamwoord: Die hospita
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hospita
Wat rijmt er op hospita
Oefening van de dag