De of het hotelcapaciteit?

De hotelcapaciteit

Is het de of het hotelcapaciteit

In de Nederlandse taal gebruiken wij de hotelcapaciteit.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: hotel capacity
Deutsch: Hotelkapazität | Bekijk of het der of die Hotelkapazität is.
Français: la capacité de l'hôtel | Bekijk of het Le o La la capacité de l'hôtel is.

Jou of jouw: jouw hotelcapaciteit

Buigings-e:
Mooi of mooie hotelcapaciteit
Groot of grote hotelcapaciteit
Half of halve hotelcapaciteit
Grappig of grappige hotelcapaciteit
Leeg of lege hotelcapaciteit
leuk of leuke hotelcapaciteit
Vet of vette hotelcapaciteit
Snel of snelle hotelcapaciteit
Wit of witte hotelcapaciteit
Klein of kleine hotelcapaciteit
Rood of rode hotelcapaciteit
Dik of dikke hotelcapaciteit
Oud of oude hotelcapaciteit
Goed of goede hotelcapaciteit
Wat rijmt er op hotelcapaciteit

Elk of elke: Elke hotelcapaciteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die hotelcapaciteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hotelcapaciteit
Wat rijmt er op hotelcapaciteit

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat