De of het huishond?
De huishond
Is het de of het huishond
In de Nederlandse taal gebruiken wij de huishond.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: pet
Deutsch: Haushund | Bekijk of het der of die Haushund is.
Français: chien de la maison | Bekijk of het Le o La chien de la maison is.
Jou of jouw: jouw huishond
Buigings-e:
Mooi of mooie huishond
Groot of grote huishond
Half of halve huishond
Grappig of grappige huishond
Leeg of lege huishond
leuk of leuke huishond
Vet of vette huishond
Snel of snelle huishond
Wit of witte huishond
Klein of kleine huishond
Rood of rode huishond
Dik of dikke huishond
Oud of oude huishond
Goed of goede huishond
Wat rijmt er op huishond
Elk of elke: Elke huishond
Aanwijzend voornaamwoord: Die huishond
Bezittelijk voornaamwoord: Onze huishond
Wat rijmt er op huishond
Buigings-e:
Mooi of mooie huishond
Groot of grote huishond
Half of halve huishond
Grappig of grappige huishond
Leeg of lege huishond
leuk of leuke huishond
Vet of vette huishond
Snel of snelle huishond
Wit of witte huishond
Klein of kleine huishond
Rood of rode huishond
Dik of dikke huishond
Oud of oude huishond
Goed of goede huishond
Wat rijmt er op huishond
Elk of elke: Elke huishond
Aanwijzend voornaamwoord: Die huishond
Bezittelijk voornaamwoord: Onze huishond
Wat rijmt er op huishond
Oefening van de dag
