De of het huwelijksjaar?
Het huwelijksjaar
Is het de of het huwelijksjaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huwelijksjaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: year of marriage
Deutsch: Jahres-Ehe | Bekijk of het der of die Jahres-Ehe is.
Français: le mariage de l'année | Bekijk of het Le o La le mariage de l'année is.
Jou of jouw: jouw huwelijksjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie huwelijksjaar
Groot of grote huwelijksjaar
Half of halve huwelijksjaar
Grappig of grappige huwelijksjaar
Leeg of lege huwelijksjaar
leuk of leuke huwelijksjaar
Vet of vette huwelijksjaar
Snel of snelle huwelijksjaar
Wit of witte huwelijksjaar
Klein of kleine huwelijksjaar
Rood of rode huwelijksjaar
Dik of dikke huwelijksjaar
Oud of oude huwelijksjaar
Goed of goede huwelijksjaar
Wat rijmt er op huwelijksjaar
Elk of elke: Elk huwelijksjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huwelijksjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huwelijksjaar
Wat rijmt er op huwelijksjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie huwelijksjaar
Groot of grote huwelijksjaar
Half of halve huwelijksjaar
Grappig of grappige huwelijksjaar
Leeg of lege huwelijksjaar
leuk of leuke huwelijksjaar
Vet of vette huwelijksjaar
Snel of snelle huwelijksjaar
Wit of witte huwelijksjaar
Klein of kleine huwelijksjaar
Rood of rode huwelijksjaar
Dik of dikke huwelijksjaar
Oud of oude huwelijksjaar
Goed of goede huwelijksjaar
Wat rijmt er op huwelijksjaar
Elk of elke: Elk huwelijksjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat huwelijksjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons huwelijksjaar
Wat rijmt er op huwelijksjaar
Oefening van de dag