De of het identificeren?
Het identificeren
Is het de of het identificeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het identificeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: identify
Deutsch: identifizieren | Bekijk of het der of die identifizieren is.
Français: identifier | Bekijk of het Le o La identifier is.
Jou of jouw: jouw identificeren
Buigings-e:
Mooi of mooie identificeren
Groot of grote identificeren
Half of halve identificeren
Grappig of grappige identificeren
Leeg of lege identificeren
leuk of leuke identificeren
Vet of vette identificeren
Snel of snelle identificeren
Wit of witte identificeren
Klein of kleine identificeren
Rood of rode identificeren
Dik of dikke identificeren
Oud of oude identificeren
Goed of goede identificeren
Wat rijmt er op identificeren
Elk of elke: Elk identificeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat identificeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons identificeren
Wat rijmt er op identificeren
Buigings-e:
Mooi of mooie identificeren
Groot of grote identificeren
Half of halve identificeren
Grappig of grappige identificeren
Leeg of lege identificeren
leuk of leuke identificeren
Vet of vette identificeren
Snel of snelle identificeren
Wit of witte identificeren
Klein of kleine identificeren
Rood of rode identificeren
Dik of dikke identificeren
Oud of oude identificeren
Goed of goede identificeren
Wat rijmt er op identificeren
Elk of elke: Elk identificeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat identificeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons identificeren
Wat rijmt er op identificeren
Oefening van de dag