De of het jaarkaart?
De jaarkaart
Is het de of het jaarkaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de jaarkaart.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: card
Deutsch: Karte | Bekijk of het der of die Karte is.
Français: carte | Bekijk of het Le o La carte is.
Jou of jouw: jouw jaarkaart
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarkaart
Groot of grote jaarkaart
Half of halve jaarkaart
Grappig of grappige jaarkaart
Leeg of lege jaarkaart
leuk of leuke jaarkaart
Vet of vette jaarkaart
Snel of snelle jaarkaart
Wit of witte jaarkaart
Klein of kleine jaarkaart
Rood of rode jaarkaart
Dik of dikke jaarkaart
Oud of oude jaarkaart
Goed of goede jaarkaart
Wat rijmt er op jaarkaart
Elk of elke: Elke jaarkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die jaarkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jaarkaart
Wat rijmt er op jaarkaart
ov-studentenjaarkaart - museumjaarkaart - ov-jaarkaart -
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarkaart
Groot of grote jaarkaart
Half of halve jaarkaart
Grappig of grappige jaarkaart
Leeg of lege jaarkaart
leuk of leuke jaarkaart
Vet of vette jaarkaart
Snel of snelle jaarkaart
Wit of witte jaarkaart
Klein of kleine jaarkaart
Rood of rode jaarkaart
Dik of dikke jaarkaart
Oud of oude jaarkaart
Goed of goede jaarkaart
Wat rijmt er op jaarkaart
Elk of elke: Elke jaarkaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die jaarkaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jaarkaart
Wat rijmt er op jaarkaart
ov-studentenjaarkaart - museumjaarkaart - ov-jaarkaart -
Oefening van de dag