De of het kaartjesautomaat?
De kaartjesautomaat
Is het de of het kaartjesautomaat
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kaartjesautomaat.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ticket
Deutsch: Ticket | Bekijk of het der of die Ticket is.
Français: billet | Bekijk of het Le o La billet is.
Jou of jouw: jouw kaartjesautomaat
Buigings-e:
Mooi of mooie kaartjesautomaat
Groot of grote kaartjesautomaat
Half of halve kaartjesautomaat
Grappig of grappige kaartjesautomaat
Leeg of lege kaartjesautomaat
leuk of leuke kaartjesautomaat
Vet of vette kaartjesautomaat
Snel of snelle kaartjesautomaat
Wit of witte kaartjesautomaat
Klein of kleine kaartjesautomaat
Rood of rode kaartjesautomaat
Dik of dikke kaartjesautomaat
Oud of oude kaartjesautomaat
Goed of goede kaartjesautomaat
Wat rijmt er op kaartjesautomaat
Elk of elke: Elke kaartjesautomaat
Aanwijzend voornaamwoord: Die kaartjesautomaat
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kaartjesautomaat
Wat rijmt er op kaartjesautomaat
Buigings-e:
Mooi of mooie kaartjesautomaat
Groot of grote kaartjesautomaat
Half of halve kaartjesautomaat
Grappig of grappige kaartjesautomaat
Leeg of lege kaartjesautomaat
leuk of leuke kaartjesautomaat
Vet of vette kaartjesautomaat
Snel of snelle kaartjesautomaat
Wit of witte kaartjesautomaat
Klein of kleine kaartjesautomaat
Rood of rode kaartjesautomaat
Dik of dikke kaartjesautomaat
Oud of oude kaartjesautomaat
Goed of goede kaartjesautomaat
Wat rijmt er op kaartjesautomaat
Elk of elke: Elke kaartjesautomaat
Aanwijzend voornaamwoord: Die kaartjesautomaat
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kaartjesautomaat
Wat rijmt er op kaartjesautomaat
Oefening van de dag