De of het kastplank?
De kastplank
Is het de of het kastplank
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kastplank.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cabinet shelf
Deutsch: Schrank Regal | Bekijk of het der of die Schrank Regal is.
Français: étagère placard | Bekijk of het Le o La étagère placard is.
Jou of jouw: jouw kastplank
Buigings-e:
Mooi of mooie kastplank
Groot of grote kastplank
Half of halve kastplank
Grappig of grappige kastplank
Leeg of lege kastplank
leuk of leuke kastplank
Vet of vette kastplank
Snel of snelle kastplank
Wit of witte kastplank
Klein of kleine kastplank
Rood of rode kastplank
Dik of dikke kastplank
Oud of oude kastplank
Goed of goede kastplank
Wat rijmt er op kastplank
Elk of elke: Elke kastplank
Aanwijzend voornaamwoord: Die kastplank
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kastplank
Wat rijmt er op kastplank
Buigings-e:
Mooi of mooie kastplank
Groot of grote kastplank
Half of halve kastplank
Grappig of grappige kastplank
Leeg of lege kastplank
leuk of leuke kastplank
Vet of vette kastplank
Snel of snelle kastplank
Wit of witte kastplank
Klein of kleine kastplank
Rood of rode kastplank
Dik of dikke kastplank
Oud of oude kastplank
Goed of goede kastplank
Wat rijmt er op kastplank
Elk of elke: Elke kastplank
Aanwijzend voornaamwoord: Die kastplank
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kastplank
Wat rijmt er op kastplank
Oefening van de dag