De of het kleedsel?
Het kleedsel
Is het de of het kleedsel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kleedsel.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: kleedsel
Deutsch: kleedsel | Bekijk of het der of die kleedsel is.
Français: kleedsel | Bekijk of het Le o La kleedsel is.
Jou of jouw: jouw kleedsel
Buigings-e:
Mooi of mooie kleedsel
Groot of grote kleedsel
Half of halve kleedsel
Grappig of grappige kleedsel
Leeg of lege kleedsel
leuk of leuke kleedsel
Vet of vette kleedsel
Snel of snelle kleedsel
Wit of witte kleedsel
Klein of kleine kleedsel
Rood of rode kleedsel
Dik of dikke kleedsel
Oud of oude kleedsel
Goed of goede kleedsel
Wat rijmt er op kleedsel
Elk of elke: Elk kleedsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kleedsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kleedsel
Wat rijmt er op kleedsel
bekleedsel - omkleedsel -
Buigings-e:
Mooi of mooie kleedsel
Groot of grote kleedsel
Half of halve kleedsel
Grappig of grappige kleedsel
Leeg of lege kleedsel
leuk of leuke kleedsel
Vet of vette kleedsel
Snel of snelle kleedsel
Wit of witte kleedsel
Klein of kleine kleedsel
Rood of rode kleedsel
Dik of dikke kleedsel
Oud of oude kleedsel
Goed of goede kleedsel
Wat rijmt er op kleedsel
Elk of elke: Elk kleedsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kleedsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kleedsel
Wat rijmt er op kleedsel
bekleedsel - omkleedsel -
Oefening van de dag
