De of het knechten?
Het knechten
Is het de of het knechten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het knechten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: enslave
Deutsch: versklaven | Bekijk of het der of die versklaven is.
Français: asservir | Bekijk of het Le o La asservir is.
Jou of jouw: jouw knechten
Buigings-e:
Mooi of mooie knechten
Groot of grote knechten
Half of halve knechten
Grappig of grappige knechten
Leeg of lege knechten
leuk of leuke knechten
Vet of vette knechten
Snel of snelle knechten
Wit of witte knechten
Klein of kleine knechten
Rood of rode knechten
Dik of dikke knechten
Oud of oude knechten
Goed of goede knechten
Wat rijmt er op knechten
Elk of elke: Elk knechten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat knechten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons knechten
Wat rijmt er op knechten
verknechten -
Buigings-e:
Mooi of mooie knechten
Groot of grote knechten
Half of halve knechten
Grappig of grappige knechten
Leeg of lege knechten
leuk of leuke knechten
Vet of vette knechten
Snel of snelle knechten
Wit of witte knechten
Klein of kleine knechten
Rood of rode knechten
Dik of dikke knechten
Oud of oude knechten
Goed of goede knechten
Wat rijmt er op knechten
Elk of elke: Elk knechten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat knechten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons knechten
Wat rijmt er op knechten
verknechten -
Oefening van de dag