De of het leeglooptijd?
De leeglooptijd
Is het de of het leeglooptijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de leeglooptijd.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: idle time
Deutsch: leerlaufzeit | Bekijk of het der of die leerlaufzeit is.
Français: temps d'inactivité | Bekijk of het Le o La temps d'inactivité is.
Jou of jouw: jouw leeglooptijd
Buigings-e:
Mooi of mooie leeglooptijd
Groot of grote leeglooptijd
Half of halve leeglooptijd
Grappig of grappige leeglooptijd
Leeg of lege leeglooptijd
leuk of leuke leeglooptijd
Vet of vette leeglooptijd
Snel of snelle leeglooptijd
Wit of witte leeglooptijd
Klein of kleine leeglooptijd
Rood of rode leeglooptijd
Dik of dikke leeglooptijd
Oud of oude leeglooptijd
Goed of goede leeglooptijd
Wat rijmt er op leeglooptijd
Elk of elke: Elke leeglooptijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die leeglooptijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leeglooptijd
Wat rijmt er op leeglooptijd
Buigings-e:
Mooi of mooie leeglooptijd
Groot of grote leeglooptijd
Half of halve leeglooptijd
Grappig of grappige leeglooptijd
Leeg of lege leeglooptijd
leuk of leuke leeglooptijd
Vet of vette leeglooptijd
Snel of snelle leeglooptijd
Wit of witte leeglooptijd
Klein of kleine leeglooptijd
Rood of rode leeglooptijd
Dik of dikke leeglooptijd
Oud of oude leeglooptijd
Goed of goede leeglooptijd
Wat rijmt er op leeglooptijd
Elk of elke: Elke leeglooptijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die leeglooptijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leeglooptijd
Wat rijmt er op leeglooptijd
Oefening van de dag