De of het levensgevaar?
Het levensgevaar
Is het de of het levensgevaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het levensgevaar.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: danger
Deutsch: Lebensgefahr | Bekijk of het der of die Lebensgefahr is.
Français: danger pour la vie | Bekijk of het Le o La danger pour la vie is.
Jou of jouw: jouw levensgevaar
Buigings-e:
Mooi of mooie levensgevaar
Groot of grote levensgevaar
Half of halve levensgevaar
Grappig of grappige levensgevaar
Leeg of lege levensgevaar
leuk of leuke levensgevaar
Vet of vette levensgevaar
Snel of snelle levensgevaar
Wit of witte levensgevaar
Klein of kleine levensgevaar
Rood of rode levensgevaar
Dik of dikke levensgevaar
Oud of oude levensgevaar
Goed of goede levensgevaar
Wat rijmt er op levensgevaar
Elk of elke: Elk levensgevaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat levensgevaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons levensgevaar
Wat rijmt er op levensgevaar
Buigings-e:
Mooi of mooie levensgevaar
Groot of grote levensgevaar
Half of halve levensgevaar
Grappig of grappige levensgevaar
Leeg of lege levensgevaar
leuk of leuke levensgevaar
Vet of vette levensgevaar
Snel of snelle levensgevaar
Wit of witte levensgevaar
Klein of kleine levensgevaar
Rood of rode levensgevaar
Dik of dikke levensgevaar
Oud of oude levensgevaar
Goed of goede levensgevaar
Wat rijmt er op levensgevaar
Elk of elke: Elk levensgevaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat levensgevaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons levensgevaar
Wat rijmt er op levensgevaar
Oefening van de dag