De of het maakster?
De maakster
Is het de of het maakster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de maakster.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: maker
Deutsch: Hersteller | Bekijk of het der of die Hersteller is.
Français: fabricant | Bekijk of het Le o La fabricant is.
Jou of jouw: jouw maakster
Buigings-e:
Mooi of mooie maakster
Groot of grote maakster
Half of halve maakster
Grappig of grappige maakster
Leeg of lege maakster
leuk of leuke maakster
Vet of vette maakster
Snel of snelle maakster
Wit of witte maakster
Klein of kleine maakster
Rood of rode maakster
Dik of dikke maakster
Oud of oude maakster
Goed of goede maakster
Wat rijmt er op maakster
Elk of elke: Elke maakster
Aanwijzend voornaamwoord: Die maakster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze maakster
Wat rijmt er op maakster
engeltjesmaakster - opmaakster - fietsenmaakster -
Buigings-e:
Mooi of mooie maakster
Groot of grote maakster
Half of halve maakster
Grappig of grappige maakster
Leeg of lege maakster
leuk of leuke maakster
Vet of vette maakster
Snel of snelle maakster
Wit of witte maakster
Klein of kleine maakster
Rood of rode maakster
Dik of dikke maakster
Oud of oude maakster
Goed of goede maakster
Wat rijmt er op maakster
Elk of elke: Elke maakster
Aanwijzend voornaamwoord: Die maakster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze maakster
Wat rijmt er op maakster
engeltjesmaakster - opmaakster - fietsenmaakster -
Oefening van de dag
