De of het mannetje?
Het mannetje
Is het de of het mannetje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het mannetje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: male
Deutsch: männlich | Bekijk of het der of die männlich is.
Français: mâle | Bekijk of het Le o La mâle is.
Jou of jouw: jouw mannetje
Buigings-e:
Mooi of mooie mannetje
Groot of grote mannetje
Half of halve mannetje
Grappig of grappige mannetje
Leeg of lege mannetje
leuk of leuke mannetje
Vet of vette mannetje
Snel of snelle mannetje
Wit of witte mannetje
Klein of kleine mannetje
Rood of rode mannetje
Dik of dikke mannetje
Oud of oude mannetje
Goed of goede mannetje
Wat rijmt er op mannetje
Elk of elke: Elk mannetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat mannetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons mannetje
Wat rijmt er op mannetje
moddermannetje - huismannetje - salesmannetje -
Buigings-e:
Mooi of mooie mannetje
Groot of grote mannetje
Half of halve mannetje
Grappig of grappige mannetje
Leeg of lege mannetje
leuk of leuke mannetje
Vet of vette mannetje
Snel of snelle mannetje
Wit of witte mannetje
Klein of kleine mannetje
Rood of rode mannetje
Dik of dikke mannetje
Oud of oude mannetje
Goed of goede mannetje
Wat rijmt er op mannetje
Elk of elke: Elk mannetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat mannetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons mannetje
Wat rijmt er op mannetje
moddermannetje - huismannetje - salesmannetje -
Oefening van de dag