De of het multitasking?
De multitasking
Is het de of het multitasking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de multitasking.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: multitasking
Deutsch: Multitasking | Bekijk of het der of die Multitasking is.
Français: multitâche | Bekijk of het Le o La multitâche is.
Jou of jouw: jouw multitasking
Buigings-e:
Mooi of mooie multitasking
Groot of grote multitasking
Half of halve multitasking
Grappig of grappige multitasking
Leeg of lege multitasking
leuk of leuke multitasking
Vet of vette multitasking
Snel of snelle multitasking
Wit of witte multitasking
Klein of kleine multitasking
Rood of rode multitasking
Dik of dikke multitasking
Oud of oude multitasking
Goed of goede multitasking
Wat rijmt er op multitasking
Elk of elke: Elke multitasking
Aanwijzend voornaamwoord: Die multitasking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze multitasking
Wat rijmt er op multitasking
Buigings-e:
Mooi of mooie multitasking
Groot of grote multitasking
Half of halve multitasking
Grappig of grappige multitasking
Leeg of lege multitasking
leuk of leuke multitasking
Vet of vette multitasking
Snel of snelle multitasking
Wit of witte multitasking
Klein of kleine multitasking
Rood of rode multitasking
Dik of dikke multitasking
Oud of oude multitasking
Goed of goede multitasking
Wat rijmt er op multitasking
Elk of elke: Elke multitasking
Aanwijzend voornaamwoord: Die multitasking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze multitasking
Wat rijmt er op multitasking
Oefening van de dag
