De of het natuurgras?
Het natuurgras
Is het de of het natuurgras
In de Nederlandse taal gebruiken wij het natuurgras.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: natural
Deutsch: natürliche | Bekijk of het der of die natürliche is.
Français: naturel | Bekijk of het Le o La naturel is.
Jou of jouw: jouw natuurgras
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurgras
Groot of grote natuurgras
Half of halve natuurgras
Grappig of grappige natuurgras
Leeg of lege natuurgras
leuk of leuke natuurgras
Vet of vette natuurgras
Snel of snelle natuurgras
Wit of witte natuurgras
Klein of kleine natuurgras
Rood of rode natuurgras
Dik of dikke natuurgras
Oud of oude natuurgras
Goed of goede natuurgras
Wat rijmt er op natuurgras
Elk of elke: Elk natuurgras
Aanwijzend voornaamwoord: Dat natuurgras
Bezittelijk voornaamwoord: Ons natuurgras
Wat rijmt er op natuurgras
Buigings-e:
Mooi of mooie natuurgras
Groot of grote natuurgras
Half of halve natuurgras
Grappig of grappige natuurgras
Leeg of lege natuurgras
leuk of leuke natuurgras
Vet of vette natuurgras
Snel of snelle natuurgras
Wit of witte natuurgras
Klein of kleine natuurgras
Rood of rode natuurgras
Dik of dikke natuurgras
Oud of oude natuurgras
Goed of goede natuurgras
Wat rijmt er op natuurgras
Elk of elke: Elk natuurgras
Aanwijzend voornaamwoord: Dat natuurgras
Bezittelijk voornaamwoord: Ons natuurgras
Wat rijmt er op natuurgras
Oefening van de dag