De of het nazoeken?
Het nazoeken
Is het de of het nazoeken
In de Nederlandse taal gebruiken wij het nazoeken.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: look up
Deutsch: nachschlagen | Bekijk of het der of die nachschlagen is.
Français: chercher | Bekijk of het Le o La chercher is.
Jou of jouw: jouw nazoeken
Buigings-e:
Mooi of mooie nazoeken
Groot of grote nazoeken
Half of halve nazoeken
Grappig of grappige nazoeken
Leeg of lege nazoeken
leuk of leuke nazoeken
Vet of vette nazoeken
Snel of snelle nazoeken
Wit of witte nazoeken
Klein of kleine nazoeken
Rood of rode nazoeken
Dik of dikke nazoeken
Oud of oude nazoeken
Goed of goede nazoeken
Wat rijmt er op nazoeken
Elk of elke: Elk nazoeken
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nazoeken
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nazoeken
Wat rijmt er op nazoeken
Buigings-e:
Mooi of mooie nazoeken
Groot of grote nazoeken
Half of halve nazoeken
Grappig of grappige nazoeken
Leeg of lege nazoeken
leuk of leuke nazoeken
Vet of vette nazoeken
Snel of snelle nazoeken
Wit of witte nazoeken
Klein of kleine nazoeken
Rood of rode nazoeken
Dik of dikke nazoeken
Oud of oude nazoeken
Goed of goede nazoeken
Wat rijmt er op nazoeken
Elk of elke: Elk nazoeken
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nazoeken
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nazoeken
Wat rijmt er op nazoeken
Oefening van de dag